Minerva

Huishoudelijk Reglement Minerva KC vzw

Hoofdstuk I : Doel en Samenstelling

Art. 1 Op 1 januari 1922 werd Minerva Korfbalclub gesticht in het Nachtegalenpark en gevestigd te Berchem. Bij Koninklijk Besluit werd de vereniging het praedicaat Koninklijk verleend. Op 31 maart 1964 werd de feitelijke vereniging omgevormd tot VZW

Art. 2 De zetel van de vereniging is gevestigd te Berchem, Florent Bauduinstraat 27, en mag, bij beslissing van de Raad van Bestuur, overgebracht worden naar een ander adres in Antwerpen of de Antwerpse omgeving.

Art. 3 De vereniging is voor onbepaalde duur tijd opgericht.

Hoofdstuk II : Leden

Art. 4 De Raad van Bestuur beslist over de toetreding van nieuwe leden.

Art. 5 Leden zijn zij die de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en de wens geuit hebben als lid bij de VZW aan te sluiten en als dusdanig door de Raad van Bestuur werden aanvaard.
Toegetreden leden zijn leden die hun medewerking verlenen aan de werking van de VZW.
Leden en toegetreden leden worden beschouwd als :

  • Spelende leden : leden en toegetreden leden die opgenomen zijn op de lijsten van de KBKB als geaffilieerde, adherent, recreant
  • Jeugdleden zijn spelende leden die de leeftijd van 18 j nog niet bereikt hebben en die nog geen lid zijn van de vzw.
  • Clubleden zijn zij die de vereniging steunen doch niet op de lijsten van de KBKB wensen opgenomen te worden.
  • Steunende leden en supporters zijn clubleden die de vereniging geldelijk steunen en haar streven aanmoedigen.

Art. 6 Leden van verdienste en ereleden worden, op voorstel van de Raad van Bestuur, met 2/3 door de algemene vergadering benoemd. Voordien vormt de Raad van Bestuur een ad hoc comité waarin naast minimaal de helft van het aantal bestuurders en 3 leden of toegetreden leden (zo mogelijk oud bestuurders of zelf leden van verdienste of ereleden) zitting hebben. De door dit ad hoc comité opgestelde voordrachten worden aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring voorgelegd. Leden van verdienste en ereleden moeten zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk gemaakt hebben. Zo zij geen werkend of steunend lid van de vereniging zijn, krijgen zij alle rechten daarvan Zo zij geen lid of toegetreden lid van de vereniging zijn worden zijn als toegetreden leden beschouwd. Ereleden hebben toegang tot de bestuursvergadering doch hebben geen stemrecht.

Art. 7a Men is spelend lid van de vereniging zodra men een aansluitingskaart voor de KBKB ondertekend heeft en de vereiste bijdrage betaalt. In geen geval kan de vereniging verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen waarvan spelers het slachtoffer zouden zijn. Door het tekenen van een aansluitingskaart erkennen zij dit artikel en onderwerpen er zich aan. Tevens wordt er van de leden verwacht dat ze zich ter beschikking stellen voor een beurtrol van de toogdienst.

Art. 7b Men is steunend lid en supporter wanneer men zich als dusdanig laat inschrijven en de vereiste minimumbijdrage betaalt.

Art. 8 Opdat de spelende leden hun ontslag van de KBKB zouden verwerven, dienen zij zich te schikken naar de ter zake geldende reglementering.

Art. 9 Een lid dat tot uitsluiting is voorgesteld kan zich schriftelijk verdedigen bij de Raad van Bestuur. Deze verdediging wordt in al haar vormen voorgelezen op de eerstkomende A.V..

Art. 10 Het is de taak van de Raad van Bestuur toe te zien of de leden of toegetreden leden geen handelingen verrichten die de goede naam van korfbal kunnen schade. Leden of toegetreden leden die dergelijke handelingen verrichten kunnen door de Raad van Bestuur voor zekere tijd geschorst worden. Betreft het ernstige overtredingen dan kunnen zij voorgesteld worden tot uitsluiting.

Hoofdstuk III : Beheer

Art. 11 Tijdens de eerste zitting na de JAV kiezen de leden van de Raad van Bestuur onder hun verkozenen :

  • Een voorzitter;
  • Een ondervoorzitter;
  • Een secretaris;
  • Een penningmeester.

De overige bestuursleden staan deze bestuurders bij en vervangen hen wanneer het nodig is.

Art. 12 De voorzitter leidt de vergaderingen en vertegenwoordigt de vereniging bij officiële gelegenheden. De ondervoorzitter of de andere beheerders vervangen hem wanneer het nodig is.

Art. 13 De secretaris voert de briefwisseling in overleg met de Raad van Bestuur Hij is verplicht alle ingekomen stukken te bewaren en een afschrift bij te houden van alle van hem uitgaande stukken. Hij maakt tevens het verslag van de Algemene Vergadering. Leden hierop aanwezig kunnen hiervan afschrift vragen en eventuele opmerkingen schriftelijk aan de Raad van Bestuur laten geworden. Een bestuursvergadering besluit of het verslag van de A.V. al dan niet moet gewijzigd worden aan de hand van de door de leden ingediende opmerkingen. De secretaris houdt de ledenlijsten bij en maakt tevens het jaarverslag dat ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur Beheer wordt voorgelegd. Hij verricht tevens alle taken welke van bondswege aan het secretariaat opgelegd worden.

Art. 14 De penningmeester is belast met de zorg voor de verenigingsgelden en doet de uitgaven die door de Raad van Bestuur goedgekeurd werden. Hij int de bijdragen. Hij geeft een overzicht van de financiële toestand door aan de Raad van Bestuur Op de J.A.V. brengt hij verslag uit over de financiële toestand van de club. Zijn boekhouding zal door de kascommissie nagezien worden in de loop van de twee weken die de J.A.V. voorafgaan of binnen de drie weken na de datum waarop hij zijn wens tot aftreden kenbaar heeft gemaakt. Hij mag echter niet aftreden tenzij zijn boekhouding door bedoelde commissie in orde werd bevonden. Deze commissie maakt van de nazichten een verslag op ten dienste van de A.V..

Art. 15

Art. 16 De Raad van Bestuur geeft periodiek een clubblad uit aan al haar leden. Hiervoor kan Raad van Bestuur één van zijn leden aanduiden als redacteur. Het clubblad wordt online verspreid, maar kan op verzoek, tegen een door de Raad van Bestuur vastgestelde vergoeding, op papier verkregen worden.

Art. 17 Kandidaten voor een plaats in de Raad van Bestuur moeten schriftelijk hun kandidatuur insturen bij de secretaris, minstens één maand voor de J.A.V. De Raad van Bestuur heeft het recht kandidaten voor te stellen mits akkoord van de betrokkenen.

Art. 18 De Raad van Bestuur kan een deel van zijn werkzaamheden opdragen aan een groep van enkele bestuurders, die namens de Raad van Bestuur optreden en aan dit lichaam verantwoording verschuldigd zijn.

Art. 19 Wanneer een vacature in de Raad van Bestuur ontstaat kan deze
a) hetzij een B.A.V. bijeenroepen, na voorafgaandelijk kandidaten te hebben gevraagd
b) hetzij deze vervanging uitstellen tot de eerstvolgende J.A.V.

De nieuwe bestuurder voleindt dit mandaat.

Hoofdstuk IV : Commissies

Art. 20 Naargelang de noodzaak ervan kunnen volgende commissies opgericht worden
a) kascommissie (verplicht)
b) jeugdcommissie
c) feestcommissie
d) sportcommissie

Art. 21 De leden van de kascommissie worden benoemd door de J.A.V.. De leden van de overige commissies worden benoemd door de Raad van Beheer.

Art. 22 De voorzitter van de Raad van Bestuur, of zijn afgevaardigde, heeft recht de vergaderingen van alle commissies bij te wonen.

Art. 23 De Raad van Bestuur duidt voor elke van de opgerichte commissies een vaste afgevaardigde aan.

Art. 24 Niet van toepassing

Art. 25 Van elke commissievergadering wordt, uiterlijk tegen de eerstvolgende samenkomst van de Raad van Bestuur, een verslag aan deze laatste bezorgd.

Art. 26 De kascommissie bestaat uit twee personen, aangeduid op de Algemene Vergadering, en handelt volgens de richtlijnen in de statuten.

Art. 27 De jeugdcommissie verdeelt onderling de functies in de commissie en behandelt alles wat in verband staat met jeugdactiviteit, inzonder de trainingen, de jeugdcompetitie en de nevenactiviteiten. Tevens staat jeugdcommissie de andere commissies bij in verband met jeugdzaken. De voorzitter wordt aangeduid door Raad van bestuur.

Art. 28 De feestcommissie verdeelt onderling de functies in de commissie en behandelt alle feestactiviteiten in de vereniging, dit eventueel in samenwerking met de Raad van Bestuur of met andere commissies.

Art. 29 De sportcommissie behandelt alles wat in verband staat met de werving van nieuwe leden en vormt de spreekbuis tussen trainers, spelers en de Raad van Beheer.

Art. 30 Indien nodig kan de Raad van Bestuur overgaan tot het aanstellen van tijdelijke commissies die automatisch ontbonden worden bij het beëindigen van de hun toegewezen taak.

Hoofdstuk V : Stemmingen

Art. 31 Van onwaarde zijn:
a) andere briefjes dan die door de Raad van Bestuur uitgereikt werden
b) stembriefjes welke ondertekend zijn, waarop toevoegingen voorkomen

Art. 32 De meerderheden worden berekend op het aantal stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde stemgerechtigde leden, verminderd met de onthoudingen en de ongeldige stemmen.

Art. 33 Volstrekte meerderheid van stemmen wordt vereist:
a) bij stemming over voorstellen, zo dit niet uitdrukkelijk anders wordt bepaald;
b) bij verkiezing van beheerraadsleden;
c) bij de verkiezing van de leden van de kascommissie.

Art. 34 Behoudens de bijzondere voorwaarden van aanwezigheid en meerderheid bepaald bij artikel 8,12 en 20 van de organieke wet van 27 juni 1921 voor wijzigingen van statuten, de uitsluiting van leden, de eenvoudige of voorbarige ontbinding, is de algemene vergadering geldig samengesteld welk ook het aantal aanwezige leden is. Is de vergadering onvoldoende in aantal voor het behandelen van één van deze punten, dan kan de Raad van Bestuur binnen de termijn van 60 dagen een nieuwe A.V. bijeenroepen, die geldig kan beslissen wat ook het aantal aanwezige stemgerechtigde leden is

Art. 35 Hebben stemrecht: Elk toegetreden lid – dus vanaf 18 jaar – heeft stemrecht

Art. 36 Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd, tenzij men ook hierover een aanwezige een schriftelijke stemming vraagt.

Art. 37 Hebben bij een verkiezing voor de Raad van Bestuur meer dan het vereiste aantal kandidaten de volstrekte meerderheid, dan zijn zij gekozen die het hoogst aantal stemmen behaalden. Hebben minder dan het vereiste aantal kandidaten de volstrekte meerderheid, dan zijn zij gekozen die een volstrekte meerderheid behaalden en is er een herstemming tussen twee maal zoveel kandidaten (zij die het hoogst aantal stemmen bereikten) als er nog plaatsen te begeven zijn. Hebben naast deze dubbeltallen andere kandidaten evenveel stemmen, dan komen zij mede in herstemming.

Hoofstuk VI : Bijdragen

Art. 38 De bijdragen worden tijdens de J.A.V. vastgesteld.

Art. 39 Vrijstelling of uitstel van betaling van de bijdragen kan in sommige bijzondere gevallen door de Raad van Bestuur verleend worden.

Hoofdstuk VII : Ploegen, competitie en toernooien

Art. 40 Wanneer een speler verhinderd is op te treden (training of competitie) moet hij dit zo spoedig mogelijk aan de competitieleider mededelen. Niet naleven van deze regel kan een blaam en later schorsing voor één of meer wedstrijden voor gevolg hebben.

Art. 41 Bij thuiswedstrijden wordt een clubafgevaardigde aangesteld. Dit moet een bij de KBKB aangesloten lid zijn van minstens 18 jaar. De clubafgevaardigde stelt zich bij de aankomst van de scheidsrechter onmiddellijk aan hem voor. Hij staat in voor de orde op het speelveld vanwege het publiek. Hij ontvangt de scheidsrechter, overhandigt hem de reglementaire vergoeding onder gesloten omslag. De ploegafgevaardigde zorgt ervoor dat de formulieren, behoorlijk door beide partijen ingevuld, ten laatste 30 minuten voor de aanvang van de wedstrijd in het bezit van de scheidsrechter zijn. De clubafgevaardigde ziet tevens na of het terrein volgens de reglementen in orde werd gebracht.

Art. 42 De spelers zorgen ervoor dat hun uitrusting zuiver, uniform en in orde is. Zij moeten tijdig voor de aanvang van de wedstrijd in sportkledij op het terrein zijn en zijn gehoorzaamheid verschuldigd aan hun coach Zij dragen er na de wedstrijd zorg voor dat het materiaal degelijk wordt opgeborgen.

Art. 43 De verenigingsuitrusting bestaat uit:
a) blauwe shirt met witte details
b) korte zwarte rok of broek
c) witte kousen
d) aangepast schoeisel.

Art. 44 De spelers van de kernploegen (1ste, reserves en 1ste gewestelijk achttallen) zijn verplicht de trainingen zoveel mogelijk bij te wonen.

Art. 45 Niet afschrijven, verontschuldigen bij onverwachte afwezigheden of wangedrag op het terrein kan bestraft worden door de Raad van Bestuur met een blaam of bij herhaling met een schorsing van één of meer wedstrijden.

Art. 46 De spelers zijn verplicht tijdens de wedstrijden de reglementen en spelregels van de KBKB te volgen.

Art. 47 Bij organiseren van toernooien of ander sportieve organisaties kan de Raad van Bestuur een secretaris hiervoor aanstellen die de organisatie volledig behartigt.

Hoofdstuk VIII : Algemeenheden

Art. 48 De Raad van Bestuur houdt toezicht op kleedkamers en kantine, alsook alle materialen van de vereniging. Tevens beslissen zij ook over de aankoop van nieuw materiaal, vervanging van versleten materiaal en de te treffen schikkingen in verband met onderhoudskwesties.

Art. 49 Indien een lid materiaal of enig ander eigendom van de vereniging opzettelijk of door nalatigheid beschadigt of verliest, kan de betrokken persoon voor de schade of het verlies aansprakelijk worden gesteld.

Art. 50 Inzameling van gelden, steunkaartenverkoop en alle andere organisaties van financiële of publicitaire aard moeten door de Raad van Bestuur worden goedgekeurd.

Art. 51 Om hun geschiktheid tot het beoefenen van de korfbalsport te onderzoeken moet de spelende leden en eventuele adherenten zich onderwerpen aan een medische sportkeuring, dit volgens de opgelegde richtlijnen en reglementen van het Ministerie van Volksgezondheid en van de KBKB.

Art. 52 Dopingbestrijding bij controle en rechtspraak door de Vlaamse Gemeenschap. De Raad van Bestuur zal in geval van overtreding, de disciplinaire maatregelen waartoe is besloten door de Disciplinaire Commissie of de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Gemeenschap overnemen en doen naleven. De Raad van Bestuur zal eveneens waken over de toepassing van de terzake geldende reglementaire beschikkingen van de International Korfball Federation, het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, en andere overheden of organisaties en zal in geval van overtreding de disciplinaire maatregelen van de uitsluiting doen naleven voor de totale duur van de uitsluiting.